Bij wie kun je terecht als je kanker hebt en je leven op z’n kop staat? Met je familie kun je of wil je niet altijd praten over je angsten, de eenzaamheid, de woede over dat je lijf je in de steek laat. Met een buddy kan dat wel.
Barbara Dolmans (51) is buddy sinds ze in 1994 op Aruba betrokken raakte bij een vrouwenorganisatie rondom hiv-/ aidsvoorlichting. Sinds een jaar of 10 is ze vrijwilliger bij Buddyzorg Midden Nederland, en biedt ze een luisterend oor en praktische hulp aan mensen met een ernstige of levensbedreigende ziekte.
Samen aan het werk
‘Ik geloof in participatie door iemand die, oneerbiedig gezegd, niet wordt gehinderd door kennis. Ik ben geen hulpverlener, geen familie, geen vriendin. Ik ben door de consulenten van Buddyzorg Midden Nederland gekoppeld aan een cliënt. De kennismaking is gearrangeerd. Ik ben ook elke keer weer zenuwachtig bij zo’n eerste bezoek aan een nieuwe cliënt. Als je elkaar een paar minuten gesproken hebt en in de ogen hebt gekeken, dan weet je allebei wel: wij kunnen samen aan het werk. Is dat niet zo, dan kun je daar maar beter eerlijk over zijn. De cliënt heeft letterlijk geen tijd te verdoen aan beleefdheidsbezoekjes. En daar ga ik niet voor.’
Er onvoorwaardelijk zijn
‘Ik geloof heel sterk in empathie versus sympathie. Met empathie kom je veel verder. Sympathie is de situatie onderkennen, meeleven, accepteren zoals het is. Empathie is een veel actievere houding, waarbij je je echt inleeft en kijkt hoe je iemand gegeven de situatie – en die is altijd shit – toch kunt bijstaan. Mensen die ernstig ziek zijn, zien het verdriet van hun situatie bij alle anderen in de ogen. Als buddy heb ik meer afstand. Ik zie je als mens, ik wil je verhaal horen, ik wil een tijdje met je oplopen. Ik word niet, zoals familie en vrienden, gehinderd door liefde, vriendschap en het besef van het naderende einde. Ik kan er onvoorwaardelijk zijn voor de cliënt.’
Diepe gesprekken
‘Leuke dingen, diepe gesprekken, emoties: ze komen allemaal voor. Zo bezocht ik een vrouw die door een tumor vanaf haar nek was verlamd en vanaf daar dus geen gevoel meer had. Ze vroeg: ‘Wil je mijn hand vasthouden? Want ik ben zo bang.’ Zo hebben we gezeten, samen in de stilte. Op de eerste mooie lentedag gingen we haar dochter uit school halen, een half uur voordat de school uitging, om samen een ijsje te eten. ‘Ik kan niet geloven dat ik nu al uit school ben!’ riep de dochter. Kort hierna is mijn cliënt overleden. Deze mooie herinnering is toch gemaakt. Het voelt goed om dat mogelijk te maken.’
‘En zo verrijkt het buddywerk mijn leven. Het verrijkt en maakt nederig. Ik zie de kwetsbaarheid van het leven en ben me er daardoor ten volle van bewust dat je het goed moet doen.’
Leave a reply →
Reageer op dit artikel