Wanneer je kind pas zindelijk is, wil er nog wel eens een ongelukje gebeuren. Niet altijd wordt het potje of de wc op tijd bereikt en ook in periodes van ­spanning of grote veranderingen kan het regelmatig misgaan. Zolang het om een jong kind gaat, maakt niemand zich hier zorgen om, maar wanneer je kind al wat ouder is, wordt het taboe op poep- en plas­problemen steeds groter.

Je kind schaamt zich, is bang om door klasgenootjes gepest te worden of durft, in het geval van bedplassen, niet meer uit logeren te gaan. Het kan ook zijn dat je kind veel last van buikpijn heeft en veel harde ontlasting in zijn buik heeft. Poepen wordt dan heel vervelend, soms pijnlijk. Je kind kan hierdoor meer ophoudgedrag gaan vertonen en angst voor poepen krijgen. Ook het zelfvertrouwen kan een flinke deuk oplopen, want op praten over je poep- en plasproblemen rust nog steeds een groot taboe. Daarom is het verstandig om stappen te ondernemen.

Oefentherapeut
Een oefentherapeut kan je kind helpen om zijn ­klachten ­beter te begrijpen, verhelpen of verminderen.
De ­behandeling bestaat uit een analyse, voorlichting en ­specifieke ­oefeningen. Afhankelijk van de leeftijd, de klachten hoe je kind met zijn problemen omgaat, wordt er een therapie op maat gemaakt. Ook voor de ouders is er een belangrijke rol weggelegd. Door je kind goed te bege­leiden, met bijvoorbeeld de oefeningen die dagelijks moeten worden gedaan. Hierdoor kunnen eventuele problemen op dit vlak op latere leeftijd worden voorkomen. De oefen­therapeut kan je hier goede tips en trucs voor geven.