Jouw regio: ,
Wijzig regio
Jouw regio: nog niet opgegeven
Wijzig regio
Rate this post
  • Een pruik helpt je een beetje te vergeten dat je ziek bent
    Rate this post

    Zomer 2014. Mijn haar, dat ik al jaren verf, is behoorlijk uitgegroeid. Ik twijfel: zal ik het blijven verven of eindelijk maar eens accepteren dat ik op mijn 51ste hartstikke grijs ben? Ik zou de zomer kunnen ingaan met een kort koppie; dan was ik er in één keer doorheen.

    Het werd een heel kort koppie. Het werd zelfs een kaal koppie. Want op 12 juni belandde ik volkomen onverwacht in het UMCG, waar ik vijf uur na binnenkomst te horen kreeg dat ik acute leukemie had. Ik was verbijsterd. Ik? Leukemíé? Een vriendin appte ’s avonds dat ze het ook niet kon geloven: ‘Ik vind dit zó niks voor jou!’ Ik moest daar nog om lachen ook. Voor wie zou het wel een ziekte zijn dan?

    De behandeling werd in een moordend tempo ingezet. Bloedafnames, infusen, lange lijnen, röntgenfoto’s, gebitsonderzoek, hartfilmpjes – het duizelde mij. En tussendoor kreeg ik een zee van informatie: ik zou ziek worden van de behandeling, mijn vel zou verbranden én… ik zou kaal worden. Maar daar zat ik op dat moment niet zo mee. Ik keek de dood in de ogen, dus wat kon mij dat stomme haar dan schelen? Alleen wilde ik onze jongens van 14 en 16 jaar de aanblik van mijn kale kop liever besparen.

    Op de dag na mijn opname appte ik Layla Koopal, die ik al jaren ken uit de tijd dat mijn vader en ik Sint en Piet speelden op het bedrijf van mijn vader en zij ons altijd schminkte. Layla stond de volgende avond al aan mijn bed met een tas vol pruikjes en mutsjes. De dokter had me net die ochtend verteld dat het waarschijnlijk niet zo’n vaart zou lopen met mijn haaruitval. Toch zocht ik alvast een pruik uit. Layla nam de maten van mijn hoofd, zodat ze ‘m goed passend kon maken. We spraken af dat ik haar weer zou bellen als het tijd voor de pruik zou zijn.

    Het was vijf dagen nadat ik de eerste chemo had gehad (ik moest wegens mijn lage afweer de hele behandeling in het ziekenhuis liggen) toen ik tijdens het krantlezen in mijn haar zat te draaien en opeens een pluk tussen mijn vingers had. Ik schrok toch wel: wat? Nu al? Ze hadden toch gezegd… Ik belde Layla. Dezelfde avond nog kwam ze aan het eind van het bezoekuur de pruik brengen, en een mutsje voor de nacht. Ze zette de pruik op een standaardje in de vensterbank. De jongens keken er wat onwennig naar. Toen ze weg waren, zei ik tegen Layla: ‘Nou, toe maar.’ Ik had haar gevraagd om de tondeuse mee te nemen, want ik had geen zin om toe te kijken hoe ik langzaam steeds kaler zou worden. En vanaf dat moment heb ik geen herinnering meer aan die avond. Waarschijnlijk was het toch zó’n heftige ervaring (en daar had ik in korte tijd al vele van gehad) dat mijn brein ‘m verdrongen heeft. Wat is er na afloop met mijn haar gebeurd? Wie waren erbij? Wat waren de reacties op mijn kale kop? Ik heb werkelijk geen idee.

    Mijn jongens zagen de volgende ochtend bijna geen verschil tussen mijn eigen haar en mijn pruik, dus dat was een groot compliment voor Layla. En op de dagen dat ik me wat beter voelde, vergaten ze soms zelfs dat ik ziek was – dankzij de pruik. Ik heb al met al zo’n drie maanden in het ziekenhuis gelegen, met tussentijds twee keer een paar dagen thuis. Na drie chemokuren heb ik eind september 2014 een stamceltransplantatie gehad, waarna mijn haar ook weer begon te groeien. Inmiddels ligt de pruik al zes jaar in de kankerkist op zolder, tussen alle beterschapskaartjes. Ik hoop hem nooit meer nodig te hebben!

    Inge Klinkert

    Tovenaars
    Ik ontkom maar niet aan het idee dat we onszelf tekortdoen. We zijn immers kunstenaars, of moet ik zeggen ’tovenaars’? We transformeren met gemak iemand van jong tot oud, van man naar vrouw of van kaal naar haar. Karakters die worden gebruikt in films, tv of theater, van modern tot klassiek. Met gemak halen we alles uit de kast om iemand te transformeren. Elke vraag is een uitdaging; een nieuwe kans om onszelf te bewijzen. Geen opdracht is gelijk (en gelukkig maar, anders zou het wel erg saai worden).

    Onze drie generaties lange ervaring geeft kracht. De leeftijd is geen belemmering; eerder een pluspunt. Ik ben trots dat ik 70 mag worden, en 55 jaar aan het werk ben bij Frans Koopal, dus een dubbel jubileum. De know-how die je hebt opgebouwd en doorgegeven, is niet alleen een stimulans maar ook een inspiratiebron voor zowel collega’s als klanten. De vele lezingen en inspiratiegesprekken met ontwerpers en fabrikanten zijn kostbaar om van te leren en door te geven. Samen een mooie wereld maken waar een haarwerk een belangrijke rol in speelt. Secret Hair (onzichtbare haaraanvulling voor man en vrouw) is de nieuwste ontwikkeling in de oplossing voor haarproblemen.

    Met gemak maken we een fantasiekapsel voor een festival, of verwerken we een haarstuk in een bruidskapsel voor een bruidje. Net zo gemakkelijk helpen we een dragqueen, travestiet of transgender aan een nieuwe ‘look’ waar die blij van wordt. De tips en trucs van make-up, styling (in een 1-op1-sessie) gaan ver. Dat mensen met haarverlies (soms) niet zitten te wachten op extravagante creaties, is de andere kant van ons vak(geheim). Het aanmeten van haarwerk, bij bijvoorbeeld ouderdomskaalheid, alopecia (haarziekte) of bij een chemobehandeling is de andere kant van ons vak die we met liefde oplossen.

    De pruiken zijn ‘haarwerken’ geworden. De klanten zijn mondiger geworden. De contacten met zorginstellingen en ziekenhuizen zijn verdiept en waardevol te noemen. De lezingen en workshops (bij bijvoorbeeld Look Good Feel Better) worden ieder jaar met interesse gegeven en gevolgd. De collectie haarwerken is groter geworden. De contacten met fabrikanten zijn door de jaren heen verdiept en een vriendschappelijke band geworden, waar we allen veel van kunnen en mogen leren. We hebben immers allemaal liefde voor het vak!

    Ons klantenbestand van (niet alleen) vaste klanten groeit iedere dag. Klanten uit binnen- en buitenland weten ons te vinden, en niet alleen voor het goede advies. De warmte waarmee wij ze helpen, de rust en het vertrouwen, maar ook de megagrote collectie haarwerken, zijn zeker waardevolle elementen van ons vak. Welke vraag dan ook: er is altijd een oplossing door ons te bedenken. Dat maakt ons vak zo leuk. We zijn vakidioten. Haarwerkers, pruikenmakers, toneelkapper/ -grimeur, en uiteindelijk tovenaars in haarwerken.

    Groetjes van een trotse ondernemer,
    Layla Koopal

    Leave a reply →

Reageer op dit artikel

Cancel reply