Jouw regio: ,
Wijzig regio
Jouw regio: nog niet opgegeven
Wijzig regio
Rate this post
  • ‘Het heeft mijn leven voorgoed veranderd’
    Rate this post

    Ha lekker, even tijd voor een kop koffie. Helma ploft neer op de bank in haar gezellige woonkamer. Naast haar, op het tafeltje, ligt een album met de eerste foto’s van de trouwdag van haar jongste zoon Peter en zijn vrouw Gerda. Vorige week kwamen ze het langsbrengen. Ze pakt het op en begint de eerste bladzijden om te slaan. Glimlachend beleeft ze weer even die mooie dag van pas geleden, maar dan dwalen haar gedachten af naar 2001. Naar het moment dat ze te horen kreeg dat ze borstkanker had en vreesde dat ze de tweeling Peter en Richard en haar oudste zoon Erik nooit volwassen zou zien worden.

    Ze weet het nog als de dag van gisteren. ‘Ik zat op de bank en wreef met mijn hand over mijn linkerborst toen ik ineens wat hards voelde. Eigenlijk maakte ik me er helemaal niet druk om, maar ik ben wel even langs de dokter gegaan.’ Helma’s huisarts vermoedde niks ernstigs, maar om alles uit te sluiten verwees hij haar door naar het ziekenhuis voor verder onderzoek. ‘Ruim een week later stond mijn hele leven op zijn kop. Ik had borstkanker. Toen ik dat te horen kreeg, had ik het gevoel dat de grond letterlijk onder mijn voeten wegzakte. Het ene moment was ik gezond en het volgende moment zat ik bij de chirurg die me voorstelde diezelfde week nog mijn borst te amputeren. Maar dat ging me allemaal te snel en ik vroeg of het ook na het weekend mocht. Ik wilde nog één week ‘normaal’ zijn. Ik wilde afscheid nemen van mijn normale leven.’ Helma neemt een slok koffie en kijkt even voor zich uit, naar buiten. Het is gaan regenen en de eerste druppels glijden traag over het raam naar beneden.

    Ik wil nog niet dood!
    ‘Het was een week waarin mijn gevoelens alle kanten op gingen. Ik wilde helemaal niet dood, ik was nog maar 36! Mijn kinderen hadden me nog zo nodig. Erik was 12 en Richard en Peter 10. Wat moesten ze zonder mij? Ik wilde hen zien opgroeien en oud worden met mijn man Arko, hun vader. Gelukkig heeft hij er nooit moeite mee gehad dat mijn borst geamputeerd moest worden en dat maakte het voor mij ook makkelijker. ‘Als je borst niet wordt weggehaald, raak ik je misschien kwijt’, zei hij.’
    ‘De dag voor de operatie kon het me ineens niet snel genoeg meer gaan. Er zat iets in me waar ik dood aan kon gaan. En eigenlijk was dat gewoon een heel rare gewaarwording. Ik bleek ziek te zijn, maar voelde me nog net zo gezond als een paar weken daarvoor. Er was iets stiekem mijn lichaam binnengeslopen, zonder dat ik het gemerkt had! Ik vond het dan ook niet erg om de volgende dag naar het ziekenhuis te gaan en ik zag ook niet tegen de operatie op. Het gezwel moest zo snel mogelijk verwijderd worden. Ik werd onder narcose gebracht, maar toen ik bijkwam heb ik wel vreselijk gehuild. Het voelde ook zo raar. Waar een paar uur daarvoor nog mijn borst zat, was het nu zo vreemd plat.’

    Kaal
    Helma mocht al vrij snel na de operatie naar huis. Gelukkig wees de uitslag uit dat alles goed was verlopen. ‘Maar om alles uit te sluiten, werd preventief voor vier chemokuren gekozen. Ik wist dat ik mijn haar zou verliezen en dat vond ik vreselijk. Ik heb een hele middag zitten janken op de bank. Weet je, zolang je je haar nog hebt, ben je niet zichtbaar kankerpatiënt. Tweeënhalve week na mijn eerste kuur was het zover: ik had ineens een hele pluk haar in mijn hand. Arko was naar zijn werk en ik heb hem gebeld om te vragen of hij naar huis wilde komen. We hadden afgesproken dat hij de rest van mijn haar af zou scheren zodra het uit begon te vallen. De jongens kwamen net uit school en we hebben gevraagd of ze erbij wilden zijn. Toen Arko de tondeuse over mijn hoofd haalde, heb ik zitten huilen. De kinderen waren er stil van. ‘Ik vind het helemaal niet mooi mamma’, zei Peter. Toen ik in de spiegel keek schrok ik: nu ben je echt een kankerpatiënt.’
    De regen is opgehouden en een waterig zonnetje schijnt voorzichtig de kamer in. ‘Arko en ik hebben de kinderen altijd heel bewust bij alles betrokken. Ze zijn zelfs mee geweest toen ik mijn eerste chemokuur kreeg. Vooral het ijsje dat ze kregen en het bed dat op en neer kon, vonden ze prachtig’, grijnst Helma. ‘Misschien waren ze wel bang dat ik dood zou gaan, maar dat hebben ze nooit uitgesproken. Ze waren af en toe wel wat stiller dan anders, maar verder waren het ook wel gewoon kinderen van 12 en 10 jaar. We hebben ze altijd alles verteld. Daardoor werd het ook nooit een beladen onderwerp.’

    Doodeng
    ‘Eigenlijk had ik geen idee wat me te wachten stond. Je hoort natuurlijk wel van allerlei verhalen over de chemokuren, maar ik heb het maar over me heen laten komen. De eerste week na een behandeling voelde ik me ziek, de tweede week ging het wat beter en in de derde week voelde ik me weer lekker, maar dan kwam de volgende kuur al weer in zicht en begon het allemaal weer van voren af aan.’ Na de laatste kuur volgden er nog enkele controles. ‘De artsen waren tevreden en hoefden me nog maar één keer per jaar terug te zien. Dat vond ik doodeng’, bekent Helma eerlijk. ‘Het vertrouwen in mijn lichaam was weg. Vanaf het moment dat ik het knobbeltje in mijn borst ontdekte, werd ik geleefd en dan ineens zit je thuis, informeert niet meer iedereen hoe het gaat, krijg je minder kaartjes, minder bezoekjes. Ik begon een beetje medelijden met mezelf te krijgen en het begon te malen in mijn hoofd. Het was net of ik me toen pas realiseerde wat er allemaal had kunnen gebeuren. Tijdens het hele ziekteproces heb ik veel steun aan mijn huisarts gehad en ook nu kon ik met mijn klachten bij hem terecht. We hebben twee keer een heel fijn gesprek gehad en toen kon ik het een plekje geven.’

    Bofkont
    ‘Hoe gek het misschien ook mag klinken, borstkanker heeft mijn leven waardevoller gemaakt. Ik had altijd al een positieve instelling, maar dat is alleen maar sterker geworden. Ik kan veel meer genieten van alles. Het heeft mijn relatie met Arko verdiept, we zijn hier heel sterk uitgekomen. Ik heb een lieve man en lieve kinderen. En allemaal fijne mensen om me heen waar ik altijd op terug kon vallen. Dat is een ervaring die niemand me meer afpakt. Doordat ik me meer bewust geworden ben van mijn sterfelijkheid, leef ik intenser. Daardoor is het meemaken van de bruiloft van Peter en Gerda ook niet zomaar iets vanzelfsprekends, maar juist iets waar ik enorm dankbaar voor ben’, zegt ze terwijl ze het fotoboek dichtklapt en weer teruglegt op de tafel. Haar koffiekopje is leeg en ze staat op om het naar de keuken te brengen. ‘Ja, ik ben een bofkont’, benadrukt ze nog eens terwijl ze wegloopt.

    Leave a reply →

Reageer op dit artikel

Cancel reply