‘Ik moest het antwoord geven en toen wist ik het niet meer.’ Lotte geeft bij thuiskomst aan dat ze de toets niet goed gemaakt heeft. Of Joost, die ’s avonds niet kan slapen: hij maakt zich zorgen om de boekbespreking die hij de volgende dag moet doen.

Iedereen die een prestatie moet leveren op welk gebied dan ook, kent wel dat gevoel: gezonde spanning, zenuwen of een black-out! Wanneer door spanning de prestatie wordt geblokkeerd, is er sprake van faalangst.
Faalangst reduceren kun je door meer grip te krijgen op situaties. Het inzicht dat jouw gedachten van grote invloed zijn en dat jij in staat bent om die te veranderen van negatief naar positief geeft een positiever gevoel, waardoor je beter kunt presteren. ‘Ik doe gewoon mijn best’ en ‘Ik heb goed geoefend’ zijn voorbeelden van positieve gedachten. Ook is van belang om jezelf beter te leren inschatten. Er wordt onder-schat (zodat het meevalt) of over-schat (het is ‘logisch’ dat je het niet haalt). Door je bewust te zijn van wat je kunt en daar trots op te zijn, ontwikkel je een reëler zelfbeeld.

Tips voor ouders:
– Geef complimenten en leg uit wat je goed vindt of waardeert.
– Geef evenveel aandacht aan de inspanning als aan het resultaat.
– Bied hulp bij grote opdrachten (bijvoorbeeld aan spreekbeurt) en maak samen een ­stappenplan.
– Denk samen na over gedachten die worden gemaakt: zijn ze positief of niet?