Jouw regio: ,
Wijzig regio
Jouw regio: nog niet opgegeven
Wijzig regio
Rate this post
  • Scheiden vóór of na oud en nieuw?
    Rate this post

    Per 1 januari 2020 treedt de Wet herziening partneralimentatie in werking. De kern van deze nieuwe wet is dat de maximale duur van de partneralimentatie flink wordt teruggebracht. Nu geldt er een maximale alimentatieduur van 12 jaar. Vanaf 1 januari 2020 wordt dat – uitzonderingssituaties daargelaten – maximaal 5 jaar. Denk dus goed na over de vraag of je het echtscheidingsverzoek voor of na oud en nieuw indient!

    Al langere tijd wordt er gediscussieerd over de duur van de alimentatie. Velen vinden de huidige alimentatieduur vanuit de emancipatiegedachte achterhaald. Vrouwen werken vaker en meer dan voorheen. Bovendien bevordert de huidige lange duur van de partneralimentatie de economische zelfstandigheid van de alimentatieontvanger niet, zo is de gedachte. Ook zijn er mensen die de huidige alimentatieduur onrechtvaardig vinden omdat die de ex-partner ervan zou weerhouden om na de echtscheiding het eigen werkende leven (weer) op te pakken. Door de nieuwe wet wordt er geprobeerd een nieuw evenwicht te laten ontstaan.

    3 uitzonderingen
    Er zijn 3 uitzonderingen op de nieuwe hoofdregel dat de alimentatieduur voor ex-echtelieden maximaal geldt voor de duur van 5 jaar.
    1. Indien je op het tijdstip van indiening van het verzoek tot echtscheiding langer gehuwd bent dan 15 jaar en de leeftijd van de alimentatieontvanger ten hoogste 10 jaar lager is dan de op dat moment geldende AOW-leeftijd, dan eindigt de verplichting tot betalen bij het bereiken van de AOW-leeftijd. Dit is dus maximaal 10 jaar als de betrokkene precies 10 jaar vóór de AOW-leeftijd zit op het moment van scheiding.
    2. De tweede uitzondering heeft betrekking op gezinnen met jonge kinderen. In dat geval loopt de verplichting door tot het tijdstip waarop het jongste uit het huwelijk geboren kind 12 jaar is geworden. De alimentatie kan dan dus maximaal 12 jaar duren.
    3. De derde uitzondering is een overgangsregeling en verlengt de alimentatieduur voor alimentatieontvangers van 50 jaar en ouder indien het huwelijk ten minste 15 jaar heeft geduurd. Alimentatieontvangers die op of voor 1 januari 1970 zijn geboren, krijgen maximaal 10 jaar in plaats van maximaal 5 jaar alimentatie. Uitgaande van inwerkingtreding per 1 januari 2020 geldt dit voor personen die ten tijde van inwerkingtreding 50 jaar of ouder zijn. Deze groep wordt jaarlijks kleiner en zal na verloop van enkele jaren verdwijnen, omdat de datum van 1 januari 1970 wettelijk is vastgelegd en niet meebeweegt met de tijd.

    Rol van de rechter
    Indien meer van voornoemde categorieën van toepassing zijn op een situatie en er dus sprake is van een samenloop van omstandigheden, dan geldt de langste termijn. Let op: alle genoemde termijnen zijn maximale termijnen. De rechter kan een kortere termijn vaststellen, net zoals dat kan op grond van de huidige wet. Daarnaast blijft het uitgangspunt dat er eerst sprake moet zijn van behoefte en van behoeftigheid aan de zijde van de alimentatiegerechtigde om in aanmerking te komen voor een partneralimentatie en moet er aan de zijde van de alimentatieplichtige ook de draagkracht bestaan om enige bijdrage te kunnen voldoen. Hierbij wordt dan ook het vaak gehoorde en hardnekkige gerucht ‘Ik ga scheiden en heb dus recht op 12 jaar alimentatie van mijn ex’ ontkracht.
    Naast de uitzonderingen op de nieuwe hoofdregel van 5 jaar kent het wetsvoorstel ook een hardheidsclausule: als beëindiging van de alimentatie, gelet op alle omstandigheden van het geval, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet kan worden gevergd van de alimentatiegerechtigde, kan de rechter op verzoek alsnog verlenging van de termijn vaststellen. Aan de rechter wordt een grote mate van vrijheid gelaten om deze omstandigheden van het geval te wegen en te beoordelen.

    Nieuwe gevallen
    De nieuwe wet geldt voor nieuwe ‘gevallen’, te weten verzoeken tot echtscheiding die op of na 1 januari 2020 bij de rechtbank worden ingediend. Als er voor 1 januari 2020 al een alimentatieverplichting geldt, of dat nu bij overeenkomst of bij gerechtelijke uitspraak is vastgesteld, is de nieuwe wet dus niet van toepassing.

    Wij – de Familiekamer Advocaten & Mediators – kunnen je over het voortgaande verder adviseren. Dat doen wij in onze rol van advocaat, maar ook als scheidingsmediator. Als advocaat staan we voor jouw belangen. Als mediator stellen we ons neutraal op en lichten wij beide scheidende echtelieden voor. Ons kantoor heeft een schema gemaakt, waarmee je kunt vaststellen in welke categorie je valt en met welke maximale alimentatieduur je dus rekening zult moeten houden indien het echtscheidingsverzoek na 1 januari 2020 wordt ingediend.

    Voorbeeld
    Jan is 40 jaar en is 12 jaar getrouwd met Laura van 38 jaar. Zij hebben 2 kinderen: Koen van 8 jaar en Lisa van 10 jaar. Jan werkt fulltime en is kostwinner van het gezin. Laura werkt parttime en heeft het grootste aandeel in de zorg voor de kinderen. Jan en Laura gaan scheiden en Laura heeft behoefte aan partneralimentatie. Wanneer het verzoekschrift nog dit jaar wordt ingediend, kan Laura op een maximale alimentatieduur rekenen van 12 jaar. Wanneer er wordt gewacht met het indienen van het verzoekschrift tot na 1 januari 2020, dan geldt er voor Laura een maximale partneralimentatieduur van in beginsel 4 jaar, namelijk totdat Koen 12 jaar is geworden.
    Het verschil in maximale duur is in dit voorbeeld dus zeer groot (4 jaar in plaats van 12 jaar), maar geeft aan de andere kant ook een realistisch beeld van de grote wijzigingen die er voor veel gezinnen in Nederland op stapel staan.

    Overige veranderingen
    Maar er wijzigt per 1 januari 2020 nog meer! Een betaling van partneralimentatie is voor de betaler meestal fiscaal aftrekbaar. Deze uitgave kan in de aangifte inkomstenbelasting als aftrekpost worden opgenomen. Afhankelijk van de hoogte van het belastbaar inkomen is de partneralimentatie in 2019 nog tegen een tarief van maximaal 51,75% aftrekbaar. De ontvangende ex-partner moet de ontvangen partneralimentatie als belastbaar inkomen in zijn of haar aangifte inkomstenbelasting opnemen. Deze moet dus belasting over de ontvangen alimentatie betalen.

    Vanaf 2020 vermindert de belastingaftrek van partneralimentatie. Dan wordt het hoogste belastingtarief geleidelijk afgebouwd waartegen de betaalde partneralimentatie in aftrek kan worden gebracht op het belastbaar inkomen. De maximale belastingaftrek van partneralimentatie wordt in de komende jaren afgebouwd van een tarief van maximaal 46% in 2020 tot een basistarief van circa 37% in 2023.

    Bedraagt het belastbaar inkomen meer dan circa € 68.500? Dan kan de beperking van de belastingaftrek van partneralimentatie in de komende jaren tot gevolg hebben dat er minder belastingvoordeel ontstaat. En dat betekent een stijging van de netto alimentatielasten. Het is dan in gevallen denkbaar dat de alimentatiebetaler aan de rechter verzoekt om een nieuwe partneralimentatie vast te stellen, omdat deze de oude alimentatie door de beperkte aftrekmogelijkheden niet meer (volledig) kan voldoen.

    team De Familiekamer Advocaten & Mediators

    Leave a reply →

Reageer op dit artikel

Cancel reply