Met taal breng je jouw gedachten, wensen en informatie over aan anderen. Je kunt je voorstellen dat, wanneer de taalontwikkeling niet goed op gang komt, dit veel invloed heeft in het dagelijks leven.

De ontwikkeling van taal begint al bij baby’s. In de eerste maanden leert het kind contact te maken met zijn ouders. Dit is nodig om te overleven. Met huilen geeft een baby aan dat er iets aan de hand is. Is het honger? Een vieze luier? Slaap? Na ongeveer 6 maanden begint een baby met brabbelen, zoals ‘dadada’ of ‘mamama’. Met 8 maanden gaat een kind bewust communiceren. Rond de eerste verjaardag verschijnen vaak de eerste woordjes. Het kan ook zijn dat het kind al met 8 maanden een eerste woordje zegt, maar ook 15 maanden is geen uitzondering. Als een kind 18 maanden oud is, kent het meestal nog enkele woordjes naast de woordjes ‘papa’ en ‘mama’. Rond de leeftijd van 3 jaar is het kind al in staat om kleine gesprekjes te voeren. Het kind leert opeens veel nieuwe woorden en zegt zijn eigen naam. Het kind spreekt steeds meer in zinnen van drie, vier en vijf woorden. Richting 4 jaar ontstaan steeds vaker samengestelde zinnen. Wanneer er moeilijkheden zijn in de taalontwikkeling of wanneer een kind een taalontwikkelingsachterstand of zelfs stoornis heeft, kan de logopedist daarbij helpen. We doen onderzoek en kijken op welk gebied van de taal het kind moeilijkheden ervaart. We maken een passend behandelplan en gaan met het kind aan de slag. De betrokkenheid van ouders is erg belangrijk. Tenslotte is taal communicatie!