Wij mensen zijn er een kei in om anderen in hokjes te plaatsen. Dat geldt overigens niet alleen voor volwassenen, ook kinderen krijgen al snel een stempeltje opgedrukt. ‘Wat is jouw kind druk, ik zou hem maar eens laten onderzoeken als ik jou was.’
‘In mijn praktijk zie ik veel kinderen die overgediagnosticeerd zijn’, vertelt Carolien Middel. ‘Kinderen krijgen zo snel een etiketje van ADHD of PDD-NOS opgeplakt. Vaak wordt er zelfs met medicijnen als Ritalin gestart, een middel dat de symptomen onderdrukt maar het ‘probleem’ niet wegneemt. Daar ben ik geen voorstander van, ik kijk liever naar de oorzaak van het probleem.’
Omgeving, opvoeding en voeding
‘Veel ouders komen hier met hun kind nadat ze op ons zijn geattendeerd door het Centrum voor Jeugd en Gezin of de gemeente. Of ze hebben via via over ons gehoord’, vervolgt Carolien haar verhaal. ‘Ouders kunnen gewoon zelf contact opnemen. Je mag hier eerst voor een vrijblijvend gesprek komen en dan beoordelen we je hulpvraag. Aan de hand daarvan kan eventueel een zorgplan worden opgesteld waarin we bepaalde doelen opnemen zoals het aanleren van sociale vaardigheden, omgaan met angst of het afleren van agressief gedrag. Door het kind wekelijks te begeleiden, gaan we de doelen trainen. De omgeving, opvoeding en voeding spelen daarbij ook een grote rol. Je moet het zien als een soort pakketje dat uit een aantal factoren bestaat. Het is een kwestie van net zo lang aan de knoppen draaien tot alles goed is afgesteld.’
E-nummers en suikers
‘Structuur en ritme zijn voor dit soort kinderen van groot belang’, weet Carolien. ‘En voeding is ook een grote trigger. Het beste is om zo min mogelijk pakjes en zakjes te gebruiken en vooral met pure en verse producten te koken. Bepaalde E-nummers zijn erg slecht. Zo is de rode kleurstof E120, die gewonnen wordt uit luizenbloed, een grote boosdoener. Maar ook suikers kunnen het gedrag ook enorm beïnvloeden. Het is zo mooi om te zien dat een kind uiteindelijk over de symptomen van ADHD of ASS heen kan groeien. Wij werken samen met een behandelaar die dit ook kan beschrijven. Dat is belangrijk om van dat ‘stempeltje’ af te komen. Want dat kan op latere leeftijd negatieve gevolgen hebben. Je krijgt als volwassene bijvoorbeeld niet snel een hypotheek wanneer je ooit gediagnosticeerd bent met PDD-NOS. Wat is er dan een mooier voor je kind dan dat hij uit dat hokje kan ontsnappen?’
Reageer op dit artikel