Jolien (39 jaar) vertelt: ‘Peter en ik konden ons geluk niet op toen we ons prachtige dochtertje Kelly mochten verwelkomen. Maar na een tijdje werd het allerergste doemscenario werkelijkheid: Kelly bleek een ernstige hartafwijking te hebben. Na een periode zware behandelingen overleed Kelly uiteindelijk. Hartverscheurend. Peter en ik waren – en zijn – ontroostbaar. Maar we wisten allebei dat we door moesten, vooral voor onze zoon Guus. Maar hoe deden we dat nou: verdergaan na het verlies van ons lieve dochtertje?’
Erkend rouw- en verliesbegeleider Sabine Krijger krijgt regelmatig te maken met cases zoals die van Jolien en Peter. Zij vertelt: ‘Wat mij opvalt, is dat ouders vooral in de periode dat het kind ziek is een sterk team vormen. Deze periode bestaat vaak uit vechten en overleven, en biedt meestal geen ruimte om stil te staan bij gevoelens en emoties. In de periode na het overlijden is daar meestal wel ruimte voor. Het valt me op dat mannen en vrouwen hier anders mee omgaan. Vaders hebben vaker de neiging om zich op de toekomst richten en verder te gaan, terwijl moeders meer terugkijken op wat er gebeurt is. Deze manieren van rouwen zijn allebei niet ‘fout’ of ‘goed’: iedereen doet wat bij hem of haar past.’
Vastlopen in het rouwproces
‘Soms lopen stellen echter vast in hun rouwproces, en schakelen ze mij in,’ vervolgt Sabine. ‘Zo zie ik weleens dat mannen en vrouwen elkaar niet helemaal begrijpen. De vrouw heeft het idee dat haar man niet over het overlijden van het kind wil praten, terwijl de man het onderwerp niet aansnijdt omdat hij zijn vrouw niet nog verdrietiger wil maken. Als rouw- en verliesbegeleider probeer hen dan op een simpele manier te laten zien dat er in het ‘land van rouw’ eigenlijk twee eilandjes bestaan: die van verlies en die van de toekomst. Ik leg hen uit, door middel van een tekening, dat beide eilandjes bestaan en dat het belangrijk is dat deze geïntegreerd worden in het leven. Daarnaast is het belangrijk dat de twee eilanden in verbinding met elkaar blijven. Dit gebeurt vaak door een zigzag of schommelbeweging. Samen met hen kijk ik naar hoe die verbinding kan worden hersteld. Daarnaast begeleid ik ook kinderen als zij hun broertje of zusje moeten missen. Zij gaan heel anders met verdriet en verlies om dan volwassenen. Dan hebben ze bijvoorbeeld net een traan gelaten, en vragen ze: ‘Mag ik nu weer een filmpje kijken?’ Ik raad ouders aan om de communicatie binnen het gezin zo open mogelijk te houden. Soms trekken kinderen zich dingen heel persoonlijk aan – als mama wat stiller is of moet huilen, denken ze bijvoorbeeld dat het hun schuld is. Uitleggen: ‘Nee, mama moet even huilen omdat ze verdrietig is vanwege je zusje’ kan dan helpen. Voor kinderen is het namelijk belangrijk dat er woorden aan emoties worden gegeven, die weten ze vaak zelf nog niet.’
Reageer op dit artikel