Opgroeien in een meertalige omgeving komt in Nederland veel voor. Een meertalige omgeving wil zeggen dat één of beide ouders een andere taal spreken dan het Nederlands. Kijk je naar de wereld, dan leren veel kinderen één of meer talen. Een meertalige omgeving is niet uitzonderlijk.

Binnen een meertalig gezin bepalen ouders welke talen zij gaan aanbieden. Van belang voor de keuze is dat de ouders de taal kiezen waarbij de ouders zich prettig voelen en welke taal het best wordt gesproken door de ouders.
Een baby kan twee of meer talen tegelijk leren, of een kind kan na 2,5 jaar een andere taal leren. Bij het tegelijk leren van de talen volgt de taalontwikkeling dezelfde stapjes. Bij het later leren van een taal wordt de tweede taal ‘gebouwd’ op de eerste taal.
Van invloed, voor het goed leren van de talen, is of er binnen het gezin veel of weinig wordt gesproken met een kind. Het spreken van de talen moet goed volgehouden worden, zodat het kind de talen goed leert. Een goede taalbasis is van belang om verder te ontwikkelen op allerlei gebieden.

Soms zijn kinderen met twee of meer talen langzamer in het vinden van woorden, omdat het denken in meer talen tijd kost. Zij zijn vaak beter in het zich richten op een taakje. Soms levert het spreken van twee of meer talen problemen op voor het kind.
Voor advies kun je je als ouder wenden tot het consultatiebureau en/of logopedist.