Noud (10 jaar) komt rustig binnen voor zijn derde sessie. Aarzelend zegt hij te willen spelen met de grote, rode fysiobal. We rollen en stuiteren hem voorzichtig naar elkaar over.
Bewust geef ik de bal meer vaart, en Noud probeert ook steviger terug te spelen. Als dat niet lukt, geeft hij aan geen zin meer te hebben. Ik benoem wat ik zie en vraag wat Noud nodig heeft om het spel weer leuk te vinden. Schoorvoetend geeft hij toe bang te zijn voor de grote bal en hij wil graag meer trucjes leren, zodat hij de bal ook zo hard kan terugspelen. Eerst laat ik Noud ervaren op hoeveel manieren hij de bal kan tegenhouden, als hij goed geaard is en zijn hele lijf gebruikt. Een voorzichtige glimlach verschijnt op zijn gezicht. Tijd voor de volgende stap: de bal met kracht terugspelen naar de ander. Ik doe dit een aantal keren voor en gebruik de ondersteunende ritmische tekst: ‘Stuiter, stuiter, stuiter, naar voren!’ Noud neemt het ritme en de beweging over, en na een poosje oefenen krijgt de bal vaart. Hij straalt en zet iedere worp kracht bij door er een geluid bij te maken.
Wat is er psychomotorisch gezien gebeurd? Noud heeft geleerd stevig te staan. Hij heeft aan den lijve ondervonden dat hij zichzelf kan verdedigen en hij heeft zijn eigen kracht gevoeld. Noud heeft op speelse wijze kennisgemaakt met nieuwe stukken van zichzelf. Het benoemen en de bewustwording komen een volgende keer.
Thuis vertelt Noud dat hij alleen maar met de rode bal gespeeld heeft…
Reageer op dit artikel