Elk jaar worden ruim 1 miljoen mensen door een teek gebeten. Ongeveer 2 op de 100 mensen krijgen de ziekte van Lyme na een tekenbeet. Dit zijn zo’n 27.000 mensen per jaar. Wist je dat zo’n 40% van alle tekenbeten plaatsvinden in de tuin?

Als je door een teek gebeten wordt, die besmet is met de Borrelia-bacterie, kun je de infectieziekte van Lyme ontwikkelen. Ongeveer 20% van de teken draagt deze bacterie bij zich. Hoe langer de teek aan je huid vast zit, hoe groter de kans dat je de bacterie in je bloed krijgt. Als je bent gebeten door een besmette teek, heb je misschien alleen een gekleurde vlek of rode kring op je huid waar je een tekenbeet had. Veel mensen hebben er echter nooit wat van gemerkt. Als zich dan op een gegeven moment gezondheidsklachten voordoen, zoals vermoeidheid, pijnlijke gewrichten, spierpijn, griepachtige klachten, vergeetachtigheid en concentratiestoornissen, wordt niet altijd de oorzaak gevonden en kan er lang met onbegrepen en onverklaarbare klachten worden rondgelopen.

Besmetting
‘Dat komt doordat de Borrelia-bacterie zich als een virus gaat gedragen en ín de cellen gaat zitten. In de reguliere geneeskunde komt een acute besmetting wel aan het licht, maar als het om een chronische vorm gaat, is deze vaak moeilijk te vinden. De Borrelia-bacterie is een meester in het misleiden van het immuunsysteem’, weet Izak Riedijk, natuurgeneeskundige bij Healthynez. ‘Wij zien hier veel mensen die zijn uitbehandeld in het reguliere circuit. Dit is een gespecialiseerd centrum waar we onder anderen veel patiënten met de ziekte van Lyme behandelen. Naast een uitvoerige anamnese beschikken we over acht verschillende diagnostische tools én laten we bloedtesten doen in internationale laboratoria die gespecialiseerd zijn in deze materie.’

Lichaamsmilieu veranderen
‘In een gezond lichaam heeft de Borrelia-bacterie geen kans, maar er is iets veranderd in het milieu van je lichaam, waardoor je ziek bent geworden’, vervolgt Izak. ‘Het is dus belangrijk om je lichaamsmilieu ongeschikt te maken voor de ziekteverwekker. Je moet je lichaam op celniveau beïnvloeden en processen opnieuw reguleren. Vaak is er sprake van meerdere oorzaken. Denk daarbij aan stress, medicijngebruik, verkeerde voedingsgewoontes of voedingsintoleranties. Wanneer je daarmee aan de slag gaat, zie je bij 70 tot 80% van de patiënten een enorme verbetering in hun ziektebeeld. Wanneer er veel schade is aangericht, kunnen er nog wel restklachten overblijven. Met een goede coaching van het leefpatroon en het leren doseren van je energie is dan veel winst te behalen.’