Vaak zijn cliënten verbaasd over alle vragen die ze bij een eerste bezoek aan de sportdiëtist moeten beantwoorden voordat ze een voedingsadvies meekrijgen. Zo wordt er gevraagd of iemand al eerder een voedingsadvies heeft gehad. Ook wordt er geïnventariseerd hoe dat beviel en wat het uiteindelijke resultaat was van eerder gevolgde diëten.
Andere zaken die uitgevraagd worden zijn bijvoorbeeld het beroep van iemand, gezinssamenstelling, hobby’s, sporten die in het verleden werden beoefend en wat er momenteel aan sport wordt gedaan. Daarnaast wordt er gevraagd of er in het verleden gezondheidsproblemen zijn geweest en of de cliënt aan bepaalde ziekten lijdt. Ook de geschiedenis van het medicijngebruik wordt in kaart gebracht.
Dat lijkt allemaal overdreven, maar door ziekten en het gebruik van medicijnen kan de behoefte aan voedingsstoffen en energie (calorieën) veranderen. Bovendien wordt de voedingsgewoonte volledig uitgevraagd. Hierbij wordt in kaart gebracht waar en wanneer er gegeten en gedronken wordt en of er in het weekend anders gegeten wordt dan op doordeweekse dagen. Ook worden de voorkeuren en tegenzinnen voor voedingsmiddelen genoteerd. Verder wordt nagegaan of er voedingsmiddelen zijn die klachten veroorzaken en of er sprake is van allergieën, intoleranties en overgevoeligheden.
Meestal kan worden volstaan met kleine veranderingen in het voedingspatroon, maar soms zijn grotere aanpassingen nodig. Bij een kleine verandering kan bij de cliënt de indruk ontstaan dat dit niet tot het gewenste effect zal leiden. Vaak blijkt echter dat een duurzaam resultaat op de gezondheid of sportieve prestatie kan worden bereikt met een paar kleine ingrepen in de dagelijkse leefstijl en voedingsgewoonten, zonder dure poeders, pillen en voedingspreparaten. Dat doet denken aan het spreekwoord ‘goede raad is duur’, maar voor een voedingsadvies geldt: een goed voedingsadvies lijkt duur, maar is duur-zaam.
Meer weten? Schroom niet, maar mail gerust.
Reageer op dit artikel