Vanaf het moment dat je kindje werd geboren, had je wellicht al het gevoel dat hij anders was. Keek hij je indringend aan, kende snel de kleuren, was écht vroeg zindelijk? En hij wilde waarschijnlijk te snel en te veel, wat frustratie met zich meebracht. Meteen was duidelijk: dit kindje leert anders, met sprongen, door te kijken en te snappen. Zo lang dat mocht en kon, was je kind gelukkig. Maar de meeste schoolsystemen werken anders en dat is waar de problemen start(t)en.

Het aanbod op school is gemaakt voor een gemiddeld kind. Dat ontwikkelt zich in de eerste 7 tot 8 jaar door veel te oefenen. Zo worden er veel hersenverbindingen aangelegd tussen de verschillende delen van het brein.
Hoogbegaafde kinderen hebben vaak al ver voor hun 7e de behoefte aan cognitief leren. Aan de andere kant oefenen ze niet graag of vaak. Dat betekent een andere ontwikkeling in het brein. Meegaan in het schoolsysteem betekent vaak dat deze kinderen onvoldoende aanbod krijgen om verbindingen te leggen tussen de verschillende delen in de hersenen. Dat kan zorgen voor problemen op het gebied van organiseren van het werk, automatiseren, hulp vragen, verwoorden en reguleren van hun emoties. ‘Bottom-up’ oefenen helpt dus niet, wat wel? Dat zoeken we samen uit! HB-specialist Ineke Teeninga en ik bundelen onze expertise en zoeken in 6 actieve bijeenkomsten met je kind uit welke prikkels (fysiek, emotioneel en cognitief) hij nodig heeft om meer verbindingen aan te leggen.