Beelddenkers lopen dikwijls vast in het onderwijs. Je kind heeft moeite met lezen, rekenen en/of de spelling terwijl het toch wel heel intelligent en creatief is. Dit komt omdat ons onderwijssysteem niet gericht is op beelddenkers waardoor je het gevaar loopt dat kinderen met dyslexie, dyscalculie, maar ook met concentratieproblemen, onzeker raken en een deuk in hun zelfvertrouwen oplopen omdat ze denken dat ze dom zijn. Hoe kan dat nou, ze doen ­immers zo hun best?

Gelukkig is er een beproefde methode waarmee je kind kan leren om inzicht te krijgen in zijn eigen unieke manier van waarnemen, waardoor ‘problemen’, zoals lezen en rekenen, kunnen worden opgelost: de Davis®-methode. Deze methode gaat uit van wat je kind wél goed kan, namelijk het beelddenken. ‘Beelddenkers denken in plaatjes, in beelden’, legt Jeannette Bruinsma uit. ‘Van nieuwe en onbekende dingen maken ze in hun hoofd een driedimensionaal beeld. Bij platte letters, woorden en cijfers lukt dat niet en daar begint de verwarring. Wat vaak niet wordt begrepen, is dat beelddenkers een woord als bijvoorbeeld ‘gootsteenkastje’ makkelijker kunnen lezen dan ‘de’, ‘het’ of ‘een’. Maar eigenlijk is dat heel logisch, want bij ‘gootsteenkastje’ kan de beelddenker zich een beeld vormen, maar dat wordt bij woorden als ‘de’, ‘het’ of ‘een’ erg lastig.’

Bussommen
‘Datzelfde geldt overigens voor rekenen. Neem nu de zogenaamde ‘bussommen’. Een beelddenker zit in gedachten al in die bus en denkt aan die keer dat hij met de bus naar oma ging en die toen zulke lekkere pannenkoeken voor hem bakte. Als de juf dan vraagt hoeveel kinderen er bij de laatste halte nog in de bus zitten, heeft de beelddenker geen idee waar het over gaat want hij zat in gedachten bij oma van de pannenkoeken te smullen.’

Verschillende tools
De Davis®-methode leert je kind drie verschillende tools waarmee het met zijn dyslexie of dyscalculie om kan gaan. ‘Ontspannen, focussen en de energiemeter. Dat zijn drie tools waar je kind mee om leert gaan. Daarna gaan we alle letters kleien. Je kind moet de letters leren kennen: hun vorm, hoe steken ze in elkaar, hoe heten ze en hoe klinken ze. Daarbij zullen ze een plaatje vormen in hun hoofd dat past bij de letter. Pas daarna gaan we het lezen opnieuw op gang brengen, heel rustig en in hun eigen tempo; eerst technisch lezen en vervolgens begrijpend lezen. De hele training, bestaande uit dertig uur, vindt in drie weken plaats en daarna moet je als ouders ook alert blijven en je kind bijstaan. Het zal allemaal niet gelijk vanzelf gaan, maar je kind heeft wel de tools gekregen om het makkelijker te maken.’