De laatste tijd ben ik nogal veel in wat ik noem ‘doe-modus’. Een modus die belangrijk voor me is. Ik kan echt veel werk verzetten in korte tijd als het ‘moet’ en zelfs in een soort van flow raken wanneer ik heerlijk aan het werk ben. Maar de laatste tijd is mijn ‘to do lijstje’ steeds langer geworden en was er voor mijn gevoel minder tijd voor ontspanning.
En terwijl ik dit opschrijf, besef ik hoe zot dit eigenlijk is. Want iedereen heeft evenveel tijd in een dag en het is maar net hoe we ermee omgaan. De sleutel voor meer ontspanning ben ik dus zelf. Ik heb daarom eens kritisch naar mijn ‘to do’s’ gekeken. Moeten ze echt? Sommige punten echt niet hoor. Die staan er al zó lang op, dat ze op een gegeven moment vanzelf niet meer belangrijk zijn of zichzelf al hebben opgelost. Weg met dat soort zaken! Andere vind ik wel belangrijk, maar daar maak ik toch niet voldoende tijd voor. Dat is interessant en een zelfonderzoekje waard. Conclusie is dat ik me toch te veel heb laten leiden door de taken die op de voorgrond staan en die echt dienen te gebeuren, omdat anders zaken in de soep lopen binnen mijn bedrijf.
‘Doen’ werkt het best als je het afwisselt met ‘zijn’. In de zijn-modus is alles goed zoals het is. Even niet presteren, maar wat meer ontspanning. De kunst is natuurlijk om deze zijn-modus iedere dag in je leven te laten zijn en dat je kunt switchen tussen doe-modus en zijn-modus. Wanneer ik naar mijn kinderen kijk, kan ik daar nog veel van leren. Van de stapel oud papier in mijn woonkamer denk ik dat ik het nodig eens moet opruimen. Mijn zoon ziet er allemaal mooie knutsels in en gaat enthousiast aan de slag, maar wel vanuit zijn-modus. Mooi!
Work in progress 🙂
– Chanthal
Reageer op dit artikel