Het HagaZiekenhuis heeft als eerste ziekenhuis in de Benelux een MRI-Ablatiecentrum geopend. Het unieke van dit centrum is dat twee werelden in één centrum bij elkaar worden gebracht: de MRI-beeldvorming en de Ablatiebehandeling. Voor patiënten met atriumfibrilleren (hartritmestoornis) die vaak een ablatie* moeten ondergaan, is dat goed nieuws.

Cardiologen Ivo van der Bilt en Vincent van Driel van het HagaZiekenhuis namen de eerste stappen voor de bouw van het MRI-Ablatiecentrum. Van der Bilt is gespecialiseerd in de MRI-beeldvorming, Van Driel is gespecialiseerd in ablatiebehandelingen. Hun expertise is nu gebundeld in één centrum. Samen met partner Siemens Healthineers hebben zij het MRI-Ablatiecentrum nu voor Nederland kunnen realiseren. Er zijn, met het HagaZiekenhuis meegeteld, nog maar 4 van deze centra in de wereld.

In één setting behandelen
‘In ons nieuwe centrum wordt bij de patiënt in één setting een MRI en ablatie verricht’, legt Van der Bilt uit. ‘In tegenstelling tot een röntgenfoto kan de MRI het hartweefsel nauwkeurig in beeld brengen. Omdat bij een ablatie een littekentje wordt gemaakt in het hartweefsel om de hartritmestoornis op te heffen, zijn deze MRI-beelden een zeer waardevolle toevoeging in de behandeling. Bijkomend voordeel: de MRI geeft geen röntgenstraling af, wat het werken veiliger en prettiger maakt.’
Van Driel: ‘Je ziet dankzij de MRI meteen welke gebieden in het hart ziek zijn en aangepakt moeten worden. En wat het effect van de ablatie op het hartspierweefsel is. We kunnen de ablatie-katheter waarmee we de ablatie doen ook veel nauwkeuriger op de goede plek positioneren. Tot nu toe was dat technisch niet mogelijk en moesten patiënten vaker voor een herhaling terugkomen.’
De cardiologen hebben in het nieuwe centrum al de eerste patiënten behandeld. Van der Bilt: ‘Vooralsnog doen we dat in etappes: MRI, ablatie en MRI-controle. Uiteindelijk willen we de ablatie direct in de MRI toepassen.’ In het HagaZiekenhuis ondergaan jaarlijks meer dan 600 patiënten een ablatie, waarvan meer dan 300 vanwege atriumfibrilleren. Dat aantal zal de komende jaren door de vergrijzing alleen maar gaan toenemen. Omdat herhaal-ablaties dankzij het MRI-ablatiecentrum minder nodig zijn, kunnen de wachttijden op termijn worden verkort. Dat geeft ruimte om meer patiënten te kunnen behandelen. En uiteindelijk is het centrum ook kostenbesparend, omdat patiënten niet steeds hoeven terug te komen en andere onderzoeken zoals echo en CT-scan niet meer nodig zijn.’
De medische wereld en technologische bedrijven hebben elkaar nodig om te blijven vernieuwen. Door krachten te bundelen zijn deze partijen in staat om de zorg effectiever en efficiënter te maken. De samenwerking van HagaZiekenhuis en Siemens heeft geleid tot een MRI-Ablatiecentrum waar patiënten met hartritmestoornissen nóg beter behandeld kunnen worden tegen lagere kosten.

* Bij hartritmestoornissen is de elektrische aansturing van het hart verstoord. Er ontstaan prikkels op verkeerde plaatsen, of ze volgen een verkeerde route over het hart. Bij een ablatie beschadigt de arts het hartweefsel juist op die plaatsen. De littekens die ontstaan, blokkeren de voortgeleiding van elektrische prikkels.