Je schrok je een hoedje. Je armen waren uit het niets een stuk gezwollen. Je kon je niet herinneren dat ze er ooit zo uit hadden gezien. Druk je erin en blijft er een putje zichtbaar? Dan is de dikte waarschijnlijk oedeem; een vochtophoping die meestal ontstaat in de benen maar ook voor kan komen in je armen, enkels en soms je longen.

Een vaste oorzaak voor oedeem is moeilijk aan te wijze. Het kan door van alles komen, bijvoorbeeld een infectie, een aangeboren afwijking in je lymfestelsel of schade aan je lymfestelsel door een operatie, trauma of straling. Hoe je eraan kwam is alleen minder belangrijk dan hoe je er weer vanaf kunt komen. Gelukkig is er goed nieuws: deze vervelende aandoening is met fysiotherapie goed te behandelen.

De behandeling
Het begint bij advies. Je kunt zelf namelijk een aantal dingen doen om oedeem tegen te gaan. Eten, huidverzorging en beweging kunnen allemaal invloed hebben op het ontstaan en de daaropvolgende behandeling van oedeem. Hoe de behandeling daarna verdergaat staat niet vast. Ieder mens is immers anders en de behandeling sluit aan op hoe je kunt bewegen, hoe de oedeem is ontstaan en hoe de oedeem eruit ziet. Een mogelijke techniek is massage (manuele lymfedrainage) om het lymfestelsel te stimuleren het vocht af te voeren. Ook compressietherapie werkt vaak goed om oedeem af te laten nemen: door het aanbrengen van bandages op een specifieke manier kan de druk in je arm zo geregeld worden dat het oedeem voorzichtig kan afnemen.

Voorkomen is altijd beter
Oedeem hoeft niet altijd onverwacht op te treden. Na een borstoperatie, wanneer lymfevaten ontbreken of beschadigd zijn, komt oedeem bijvoorbeeld vaak voor. Je kunt het ontstaan dan voor zijn door op tijd in te grijpen. Bij Schell Fysiotherapie kun je hiervoor armkousen laten aanmeten. Alles wordt zo afgemeten dat de kous precies past. De kous verdeelt de druk namelijk zo dat er geen vocht in je arm kan ophopen en je arm zelf het vocht goed kan afvoeren. Steunkousen zijn ook mogelijk voor je benen, zodat het vocht niet te ver naar beneden kan zakken en zich daar kan ophopen. Je kunt dan ook na een operatie je armen en benen zonder vermoeidheid of pijn kunnen blijven bewegen.