Vlot loopt ze de trappen op naar de bovenste etage van het pakhuis. Onlangs werd ze 70, maar dat is haar beslist niet aan te zien. ‘Ik eet bewust en fiets iedere dag’, onthult Ans Markus haar geheim. ‘Maar toch weet ik best dat je het proces van ouder worden niet volledig zelf in de hand hebt. Daarom ben ik dankbaar voor iedere dag dat ik me goed voel en nog lekker kan werken.’
De derde etage van het imposante pakhuis uit 1629 oogt licht en ruim door de enorme ramen in het dak. Een groot deel van de verdieping wordt in beslag genomen door Ans’ atelier. Grote schilderijen staan, al dan niet verpakt in bubbeltjesplastic, in rijen opgesteld langs de muur. Op tafels staan bronzen sculpturen en porseleinen objecten. Veel foto’s en diverse schilderijen sieren de muren. Aan de andere kant van de ruimte bevindt zich de eetkeuken en een gezellige zithoek. ‘Ik vind het heerlijk om zo alles om me heen te hebben’, vertelt Ans terwijl ze genietend om zich heen kijkt. ‘Dit is mijn leven, hier voel ik me fijn.’
Onzekerheid verbergen
Dagelijks neemt ze plaats achter haar schildersezel, maar haar werk verkopen doet ze liever niet. ‘Dat vind ik heel moeilijk’, verzucht Ans. ‘Aan elk schilderij kleeft een verhaal. Dat werk bijvoorbeeld,’ wijst ze naar een doek waarop twee handen staan afgebeeld. ‘Dat zijn de handen van mijn moeder. De laatste tien jaar van haar leven verbleef ze in een verzorgingstehuis. Ze is 101 jaar geworden. Ik ging iedere dag naar haar toe. Die tien jaar waren echt een groot cadeau; dat we samen waren, ik haar haren deed, een sinaasappeltje uitperste of gewoon haar hand vasthield. In die tien jaar zag ik die parmantige, sterke dame echter ook aftakelen. Dat was wel iets waar ik aan moest wennen. Zelf ben ik nu 70 en dat vond ik toch wel een dingetje. Toen ik 50 werd, heb ik een leuk feest gegeven en dat ik 60 werd, vond ik ook prima. Maar nu mijn leven met een 7 begint, wordt het wel serious business’, grinnikt ze. ‘Daarom is het extra belangrijk om jezelf goed te blijven verzorgen. Ik zal bijvoorbeeld nooit zonder make-up de deur uitgaan. Er is wel eens gezegd dat ik een image heb gecreëerd met mijn zwarte ogen en rode lippen, maar dat is nooit mijn intentie geweest. Ik heb me altijd op deze manier opgemaakt. Al sinds mijn 15de. Toen deed ik dat nog stiekem in de bus onderweg naar school, omdat het niet mocht van mijn moeder. Met make-up probeerde ik mijn onzekerheid te verbergen.’
Cocon van windsels
Die onzekerheid werd in haar eerste huwelijk alleen maar erger. Haar echtgenoot was kleinerend en driftig en na tien ongelukkige jaren besloot Ans hem, samen met hun dochtertje Sigrid, te verlaten. ‘Om geld te verdienen, tekende ik op braderieën portretjes voor 25 gulden. Voor een paar gulden kocht ik een lapje op de markt om voor Sigrid en mij kleren te naaien. In die periode besloot ik ook te gaan schilderen. Met Sigrid als mijn trouwe model – geld om een model te huren had ik niet – begon ik mijn eigen gevoel te schilderen. Mijn verhaal over gekwetst zijn, en daarom schilderde ik vrouwen die in hun veilige cocon van windsels zaten. Windsels als een beschermlaag. Door het schilderen heb ik langzamerhand mijn eigen windsels kunnen afwerpen, heb ik zelfvertrouwen gekregen. Je zou dus kunnen zeggen dat ik mijn succes aan mijn ongelukkige huwelijk te danken heb. Uit die negativiteit is veel positiviteit geboren. Doordat ik er alleen voorstond, heb ik de kracht kunnen vinden in de dingen waar ik goed in ben.’
Fashion
‘Als ik niet was gaan schilderen, was ik misschien wel wel modeontwerpster geworden’, peinst Ans. ‘Mijn interesse voor fashion begon al op jonge leeftijd. We hadden het thuis niet rijk, maar mijn moeder zorgde er altijd voor dat ik met Kerst, Pasen en Pinksteren een nieuw jurkje droeg. Later, als alleenstaande moeder, zorgde ik er ook altijd voor dat mijn dochter en ik netjes in de kleren zaten. De meeste kleding uit die tijd heb ik nog. Ik heb sowieso de meeste kleding van de afgelopen veertig jaar nog. Ook die vind ik moeilijk om weg te doen. Loop maar eens mee’, zegt ze terwijl ze de trap afloopt. Daar, op de tweede etage van het eeuwenoude pakhuis, bevindt zich de imposante kledingverzameling (circa 1500 stuks) van de kunstenares. ‘Hier hangt van alles tussen’, loopt Ans, zichtbaar genietend, tussen de kledingrekken door. ‘Kijk, dit heb ik zelf gemaakt, maar er hangen ook jurkjes tussen van Dior, Balenciaga, Victor en Rolf en Vivian Westwood. Ik kan helemaal verliefd worden op een mooie stof of belijning. Vroeger kocht ik wel van die dure stukken, maar tegenwoordig struin ik iedere maandagmorgen de Noordermarkt af naar mooie vintage kleding of stof. Ik zet daar dan overigens ook net zo makkelijk de schaar in om er mijn eigen draai aan te geven. Maar ondanks het feit dat ik er graag goed verzorgd bijloop, vind ik de binnenkant het allerbelangrijkst. Ik vind het fijn om anderen te helpen, les te geven aan daklozen en hen weer op weg te helpen. Omzien naar alleenstaande moeders. Naar anderen kijken, zien wat er gaande is, dat is belangrijk. Niet oordelen, maar mededogen hebben.’
Reageer op dit artikel