Na het leren zuigen uit borst / fles en het leren eten van een lepeltje, leren kinderen het kauwen op stukjes voeding.
Vanaf 6 maanden start de ontwikkeling van het kauwen. Rond het 6e jaar is deze ontwikkeling voltooid. Het kauwen is een ritmische mond-motorische activiteit waarbij de kaak- en tongbewegingen met activiteit van de lippen en wangen samen komen. Tevens is er een samenspel tussen sensibiliteit en motoriek belangrijk voor het leren kauwen.
Het kauwen ontwikkelt zich volgens vaste patronen maar niet altijd op dezelfde manier. Het kind eet vaste voeding rond het 1e jaar.
Kinderen krijgen ongeveer rond hun 7e of 8e maand voor het eerst stukjes voeding aangeboden. Na het aanbieden van een stukje vaste voeding is het belangrijk dat de tong het stukje voeding naar de zijkant brengt, zodat het stukje verwerkt wordt met de kauwvlakken. In het begin zal er eerst gesabbeld worden, maar langzamerhand ontstaan er meer tongbewegingen die het stukje verplaatsen naar de kauwvlakken.
Het kauwen is niet vanaf het begin effectief. Hierdoor kan het kind tijdens het slikken een kokhalsreactie laten zien als het stukje te groot is of er onvoldoende gekauwd is. Ouders kunnen hiervan schrikken. Indien het kind dan niet verder oefent, kan het kokhalzen weer gebeuren als er later een stukje voeding wordt geprobeerd. Het stukje voeding eerst in de wangzak stoppen is een stapje extra om het kind het leren kauwen gemakkelijk te maken.
Zijn er problemen rondom het kauwen, raadpleeg de consultatiebureau-arts of een pre-verbale logopedist.
Reageer op dit artikel